Ik dacht eraan om het beeld te bepalen door mijn functie in te geven in mijn grafische ZRM, dit is toegelaten op het examen en dan zo te kijken waar mijn functie loopt voor x. Ik had bij deze functie gezien dat het zowel voor - als + geldde en ook door 0 ging dus daarmee had ik R genomen als beeld. Is dit een goede denkwijze of raad je het niet aan?
Mijn tweede vraag was dan; hoe kom ik hier aan mijn nulpunten om te bepalen of mijn functie convex en concaaf is, dus voor de beide afgeleiden? Door de ex2 vind ik het best moeilijk.
Melike
Student universiteit België - woensdag 11 november 2020
Antwoord
Je bepaalt het beeld van je functie op basis van je functieonderzoek. Nulpunten, postitief en negatief, stijgen en dalen, continuiteit, asymptoten, buigpunten... e.d. Met de GR krijg je altijd maar een deel van de grafiek te zien en je weet dan niet wat er links of rechts gebeurt.
Met de gegevens van je functieonderzooek kan je wel weten hoe de grafiek er uit ziet en welke waarden de functie bereikt. Probeer dus een goed beeld van de grafiek te vormen.
Uiteraard kan je je GR wel gebruiken om enigszins te contoleren of je in de goede richting bezig bent, maar het geet dus niet altijd uitsluitsel.
Voor de tweede vraag kan je beter een nieuwe vraag stellen met een concreet voorbeeld.