Oei, ik zie net dat er een foutje in mijn vraag geslopen is! Ik bedoel natuurlijk niet-homogene lineaire differentievergelijking ( anders houdt mijn vraag inderdaad niet echt steek )
Wisk
Student universiteit België - donderdag 7 juni 2018
Antwoord
Dan zou het D zijn. Het heeft niets met het oplosbaar zijn te maken. Er staat een implicatie "als $f$ en $g$ oplossingen zijn dan is $\alpha f+\beta g$ ook een oplossing". Denk nu aan lineaire algebra: de oplosverzameling is een opgeschoven lineaire deelruimte en die is nooit gesloten onder lineaire combinaties.