Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Rekenen met matrices

Is in het eerste rekenvoorbeeld het getal op de derde rij, 2e kolom van het antwoord niet 40 ipv 30?

andré
Iets anders - dinsdag 5 juni 2018

Antwoord

Ik denk dat je daar gelijk in hebt:

$5·2+6·5=40$

En de rest?

q86395img1.gif
Ik zal de fout verbeteren. Bedankt!

Naschrift
De fout is er uit!

WvR
woensdag 6 juni 2018

©2001-2024 WisFaq