Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 85262 

Re: Binominale kansrekening

Die p van 0,5 heb ik gehaald uit het feit dat in de opgave staat dat in de steekproef 10 mensen slagen uit een steekproefpopulatie van 20 personen. Vraag A gaat ook specifiek over welke kans er gevonden kan worden uitgaande van de steekproef. Vandaar dus de beslissing van 0,5.
Had het ook berekend met 0,8 maar dan kom ik een kans uit van rond de 98% en dit leek me heel onwaarschijnlijk.

Dus voor grote n moet altijd de normale benadering genomen worden. En wanneer is er dan sprake van een grote n? Is er hier een bepaalde grens voor want deze info is ons niet gegeven.

JC
Student universiteit België - dinsdag 28 november 2017

Antwoord

Bij $n=20$ en $p=\frac8{10}$ is de kans op ten hoogste $10$ successen gelijk aan $0.002594827401$.

Die $p=\frac12$ heb je dus maar uit de lucht geplukt, zonder enige relatie met de overige gegevens; dat lijkt me niet logisch.

Wat `grote $n$' betreft: daar zijn geen vaste regels voor, maar bij $n=2000$ en $p=\frac{8}{10}$ lijkt het me wel gerechtvaardigd. Ik neem aan dat er een boek bij je cursus gebruikt wordt; staat daar niets in?

kphart
dinsdag 28 november 2017

©2001-2024 WisFaq