Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 77046 

Re: Stelsels van lineaire vergelijkingen

Heel erg bedankt voor de snelle antwoord! Maar kunt het met cijfers uw antwoord verduidelijken,aangezien ik het niet echt vat. Bedankt!

farxiy
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 6 december 2015

Antwoord

De volgende lijnen vallen samen:

2x + 3y = 5
4x + 6y = 10

Want 2/4 = 3/6 = 5/10 = 0,5.

De volgende lijnen zijn evenwijdig:

2x + 3y = 4
4x + 6y = 10

Want 2/4 = 3/6 = 0,5 en 4/10 = 0,4 is daaraan ongelijk.

De volgende lijnen snijden elkaar in 1 punt:

2x + 3y = 5
4x + 5y = 10

Want 2/4 = 0,5 en 3/5 = 0,6 en die zijn ongelijk.

Met vriendelijke groet,

FvL
zondag 6 december 2015

©2001-2024 WisFaq