Ik moet een functievoorschrift opstellen, met twee gegeven coördinaten. De coördinaten zijn : (3,3) & (10,6). En het moet terechtkomen in de algemene vorm : √ax+b
Daarna, moet ik een functie opstellen met 1 coordinaat, en de waarde waarbij de functie de x snijdt. (5,2) en snijdt de x-as in x=3
Hoe doe ik dit?
Jasper
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 3 november 2015
Antwoord
Vul de gegeven coördinaten gewoon in de functie in. Dat levert op: √(3a + b) = 3 en √(10a + b) = 6
Vanwege de wortelvormen is het handig dit te kwadrateren. Dat geeft: 3a + b = 9 en 10a + b = 36 en dan weet je het verder wel, denk ik.
De andere vraag is precies op dezelfde manier te doen. Ook nu worden er twee punten opgegeven, namelijk (5,2) en (3,0). Dat snijpunt met x = 3 moet op de X-as liggen, dus je weet meteen dat y = 0.
