Maar hoe weet je nou of je -52 met of zonder haakjes moet schrijven want je kunt toch ook -52 zonder haakje schrijven?
mvg, Maikel
maikel
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - maandag 22 juni 2015
Antwoord
Als je 't hebt over p2 en p=-5 dan moet je haakjes schrijven: Met p=-5 wordt p2=(-5)2=25
Als je 't hebt over -p2 en p=5 dan hoef je geen haakjes te schrijven: Met p=5 wordt -p2=-52=-25
Als je 't hebt over -p2 en p=-5 dan moet je wel weer haakjes schrijven: Met p=-5 wordt -p2=-(-5)2=-25
CONCLUSIE: schrijf haakjes als dat nodig is!
Naschrift Het gaat er om dat als je bedoelt 'het kwadraat van -5' je moet schrijven (-5)² omdat rekentechnisch gezien -5² 'het tegengestelde is van 5 kwadraat'. Daar komt ook iets anders uit en dat bedoelde je niet...
Dat heeft te maken met de volgorde van bewerkingen. Bij -5² moet je eerst machtsverheffen en daarna vermenigvuldigen met -1. Je krijgt dan -25.