De meeste voorbeelden snap ik wel maar er staan er een paar in de cursus die ik niet snap. Zoals dit: x+0.5y-2=a (voor a$\to$R) Expliciet: y= -2x+2a+4 Hoe kom je aan deze expliciete functie?
Alvast bedankt!
Mi
Student universiteit België - dinsdag 23 december 2014
Antwoord
Zonder aanvullende informatie lijkt me dit helemaal in orde. Je hebt $y$ geschreven als funtie van $x$. We noemen die $a$ dan een parameter. Bij elke waarde van $a$ een andere functie. Een familie van functies... maar met expliciet voorschrift. Lijkt me goed.