\require{AMSmath} Parabolen en ongelijkheden Opgave 1.Gegeven is de functie f(x) = -5x2+20px+18Bereken voor welke p de vergelijking f(x) = -2.25 twee oplossingen heeft.Bereken de coördinaten van de top van de grafiek van f in het geval Ytop = 8p.Opgave 2.Gegeven is de functie f(x) = 3x2 + 4De grafiek van f wordt naar rechts verschoven. De beeldgrafiek gaat door het punt A (12,196). Stel de formule op van de beeldgrafiek.De grafiek van f wordt naar links verschoven. De beeldgrafiek gaat door het punt B (-7,304). Stel de formule op van de beeldgrafiek. Noek Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 13 april 2014 Antwoord Opgave 1.-5x2+20px+18=2$\frac{1}{4}$ op nul herleiden, de gelijksoortige termen samennemen en dan eisen dat de discriminant D=b2-4ac groter dan nul moet zijn.-5x2+20px+18=8p op nul herleiden, de gelijksoortige termen samennemen en dan eisen dat de discriminant D=b2-4ac gelijk aan nul moet zijn.Opgave 2.Neem y=3(x-p)2+4. Vul de coördinaten van A(12,196) in en los op. Je vindt dan twee waarden voor p.Neem y=3(x-p)2+4. Vul de coördinaten van B(-7,304) in en los op. Je vindt dan twee waarden voor p. Welke moet je hebben?Nu jij weer... WvR zondag 13 april 2014 ©2001-2024 WisFaq
\require{AMSmath}
Opgave 1.Gegeven is de functie f(x) = -5x2+20px+18Bereken voor welke p de vergelijking f(x) = -2.25 twee oplossingen heeft.Bereken de coördinaten van de top van de grafiek van f in het geval Ytop = 8p.Opgave 2.Gegeven is de functie f(x) = 3x2 + 4De grafiek van f wordt naar rechts verschoven. De beeldgrafiek gaat door het punt A (12,196). Stel de formule op van de beeldgrafiek.De grafiek van f wordt naar links verschoven. De beeldgrafiek gaat door het punt B (-7,304). Stel de formule op van de beeldgrafiek. Noek Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 13 april 2014
Noek Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 13 april 2014
Opgave 1.-5x2+20px+18=2$\frac{1}{4}$ op nul herleiden, de gelijksoortige termen samennemen en dan eisen dat de discriminant D=b2-4ac groter dan nul moet zijn.-5x2+20px+18=8p op nul herleiden, de gelijksoortige termen samennemen en dan eisen dat de discriminant D=b2-4ac gelijk aan nul moet zijn.Opgave 2.Neem y=3(x-p)2+4. Vul de coördinaten van A(12,196) in en los op. Je vindt dan twee waarden voor p.Neem y=3(x-p)2+4. Vul de coördinaten van B(-7,304) in en los op. Je vindt dan twee waarden voor p. Welke moet je hebben?Nu jij weer... WvR zondag 13 april 2014
WvR zondag 13 april 2014
©2001-2024 WisFaq