Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 70613 

Re: Re: Hogeremachtsvergelijkingen met abc-formule

En hoe plaats je dan alles in de wortel, want het antwoord is:

+-1/√10 + 2√29

Bij de daaropvolgende som lukt het wel, maar bij deze som bots ik weer tegen iets op:

(√x - 1)(√x - 3) = 1

Ik heb van de wortel een P (=√x) gemaakt en de discriminant uitgerekend, en dan krijg ik:

P = 2+-2√2

Maar het antwoord is:

x= 6+-4√2

Waar gaat het fout? Voornamelijk die 6 begrijp ik niet.

Dank.

Talib
Student hbo - donderdag 11 juli 2013

Antwoord

Hallo,

In mijn vorige antwoord zagen we al:

q70617img1.gif

Dus:

q70617img4.gif

Vermenigvuldig teller en noemer met √2:

q70617img5.gif

Het is me niet helemaal duidelijk of dit ook het antwoord is dat jij wilde doorgeven, je hebt wat minder mogelijkheden om formules te noteren. Gebruik vooral de juiste haakjes!

Dan jouw nieuwe vraag: je hebt een onjuiste waarde van P uitgerekend. Ik krijg:

P = 2 ±√2

Reken dit zelf nog eens na. Wanneer je hiermee verder rekent, vind je de opgegeven waarde van x.

GHvD
donderdag 11 juli 2013

©2001-2024 WisFaq