De wortels van de veeltermvergelijking in z ∈ C: 9z3 + (−10 + 2√3i)z2 + (2/3 − 2√3i)z + 1/3 = 0 zijn z0,z1 en z2. Enkel z0 is een reëele wortel; de wortels z1 en z2 zijn niet reëeel. Vraag 1.1: Bereken (2 − √3i)2. Hoe start je het best aan deze vraag, ik begrijp niet wat ze bedoelen met bereken...
Eline
Student universiteit België - zaterdag 6 oktober 2012
Antwoord
Ik snap het eigenlijk ook niet zo goed want volgens mij vraag je om het product (2-iÖ3).2 uit te rekenen. Ik denk dat je daar geen hulp bij nodig zult hebben. Voor zover het je verder helpt: de oplossingen van de vergelijking zijn achtereenvolgend z = 1, z = -1/18(1+iÖ3) en z = -1/6(-1+iÖ3)