Er staat dus een oefening in mijn boek die ik probeer te maken, maar ik kan niet tot de juiste oplossing komen, ik redeneer misschien verkeerd... De opgave gaat als volgt: "Katrien moet van haar ouders elke dag oefenen op haar piano. Haar ouders stellen vast dat ze - in 60% vd gevallen 1u oefent;(a) - in 15% vd gevallen 0,5 u; (b) - in 25% vd gevallen 2u (c) Wat is de kans dat ze op 3 dagen nét 3,5u oefent.
Nu, dit kan alleen als elke mogelijkheid a,b en c één keer voorkomt. Ik dacht dat dit dus iets moest zijn als P((a,b,c),(a,c,b),...,(c,b,a)) = 9.(0,60.0,15.0,25) = 0,2025 en dus ongeveer 20% kans, maar de oplossing is volgens het boek 13,5% en ik snap niet hoe ze daaraan komen...
Alvast bedankt.
Ivan
3de graad ASO - woensdag 9 mei 2012
Antwoord
Je kunt 3,5 uur oefenen met 1 uur, .5 uur en een keer 2 uur oefenen. Er zijn 6 volgorden waarop dat kan, dus de kans is: