Waarom heeft 2·(dx(t)/dt+3t·x(t)=0 geen constante coëfficiënten?
In eerste instantie zou ik zeggen dat o.a. 2 een constante coefficient is. Waarom is dat niet?
Ronald
Student hbo - woensdag 15 juni 2011
Antwoord
Beste Ronald,
Die 2 is niet het probleem, maar de coëfficiënt van x(t) is 3t en daarin is de 't' niet constant. Een differentiaalvergelijking is slechts een met constante coëfficiënten als alle coëfficiënten van x(t) en zijn afgeleiden constant zijn.