nu vermenigvuldig ik de linkerkant van de integraal met 1/Ö2 en de rechterkant met Ö2. (deze heffen mekaar netto weer op) = (1/Ö2).ò1/(1+2tan2t) d((Ö2.)tan(t)) = (1/Ö2).ò1/(1+(Ö2.tan(t))2) d((Ö2.)tan(t)) Als je nou (Ö2).tan(t) schrijft als X, dan staat er in feite: (1/Ö2).ò1/(1+X2) dX
de primitieve van 1/1+x2 is arctan(x). dus (1/Ö2).ò1/(1+X2) dX = (1/Ö2).arctan(X) + C = (1/Ö2).arctan((Ö2).tan(t)) + C