Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 64262 

Re: Logaritme oplossen

van 2log8+2logx=2log12−2log3 ga je naar 2log8x=2log312 ok

maar HOE doe je dat ,leg dat een in het lang en het breed uit zonder dat je een enkel stapje overslaat

2log12 = 3,58 hoe kom je aan 3,58 ,leg dat een in het lang en het breed uit zonder dat je een enkel stapje overslaat

jules
Iets anders - vrijdag 15 april 2011

Antwoord

Je moet naar het antwoord kijken niet naar de vraag!

Hoofdregel:

2log(8)+2log(x)=2log(8x) zie L0 van 1. Rekenregels machten en logaritmen

2log(12)-2log(3)=2log(12:3)-2log(4) zie L0 van 1. Rekenregels machten en logaritmen maar dan met '-' en ':'.

Moet kunnen...

WvR
vrijdag 15 april 2011

©2001-2024 WisFaq