Sorry, ik kom er echt niet uit. Kunt u me please laten zien waar ik verkeerd ga en eventueel de vraagstukken uitwerken? Bedankt voor uw hulp
steve
Student hbo - maandag 24 januari 2011
Antwoord
a) De primitieve van f(x) = (x+1)3 is toch niets meer dan 1/4(x+1)4 ? De substitutiemethode is hier helemaal niet bij nodig. Maar als je het met alle geweld wilt, kan het wel. Stel x+1 = t zodat dx = dt en de integraal gaat dan over in òt3dt. Je vindt dus direct dezelfde primitieve.
b) Hier is substitutie wel zinvol. Stel 1 - x2 = t zodat -2x.dx = dt en daaruit haal je weer dat xdx = -1/2dt. De aangepaste grenzen worden t = 0 als x = -1 en t = 0 als x = 1. Verder rekenen is dan zinloos geworden, want als de integratiegrenzen hetzelfde zijn, komt er sowieso 0 uit.
c) Met 2x+3 = t krijg je ten eerste 2dx = dt. Omdat er in je functie ook nog een 'losse' x voorkomt, zal ook deze naar de variabele t moeten worden omgezet. Uit 2x + 3 = t volgt x = 1/2t - 11/2. De gegeven integraal gaat dan over in: ò(1/2t-11/2).t5.1/2dt en dat zal/mag verder geen probleem voor je zijn. Alleen nog even de grenzen aanpassen. Bij x = -1 hoort t = 1 en bij x = 1 hoort t = 5. Hopelijk is het nu duidelijker. Zoniet? Kom gerust terug.