Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 62928 

Re: 2 onbekenden in derdegraadsfunctie

word de functie dan:
(z+i)·(z2+(6+9i)z+p+q)
a b c

en is (p+q) dan gelijk aan c voor de formule van S en P?
als ik het zo uitwerk dan bekom ik het volgende:

S = -b/a -b = a·(z1+z2) -6-9i = 1·(((3z2)/(-z2-3))+z2)
P= c/a c = a·(z1·z2) p+q = 1·(((3z2)/(-z2-3))·z2)

z2 schrijf ik nu gewoon als z voor het gemak

S -6-9i = (3z-z2-3z)/(-z-3) -6-9i = (-z2)/(-z-3)
P p+q = (3z2)/(-z-3)
a b ( c )
S 6z+18i+9iz+27i = -z2 dus z2+(6+9i)z+18+27i = 0
P -pz-3p-qz-3q = 3z2 dus 3z2+(p+q)z+3(p+q) = 0

Uit de Som formule haal ik z d.m.v. discriminant
D = (6+9i)2-4·1·(18+27i) = 36+108i-81-72+180i
D = -117+0i hier haal ik de vierkantswortels uit volgens complexe rekenwijze

x2-y2=-117 -x2=-117-y2 dus x2=117+y2
2xy=0

x=Ö117 + y
(2Ö117 + y)·y = 0 2Ö117y + y2 = 0

y2+2Ö117y=0 hier weer discriminant uithalen
D = (4·117)-(4·1·0) = 468 = 2Ö117 of = 6Ö13

y = (2Ö117-2Ö117)/2 = 0 of
y = (2Ö117+2Ö117)/2 = 2Ö117

Dus x = 0/(2y) = 0/(2·0) = 0 als y = 0
of x = 0/(2·2Ö117) = 0 als y = 2Ö117

de vierkantswortels zijn dus 0+0i en 0+(2Ö117)i
er is dus maar is wortel en die is (2Ö117)i

Dus Z=(6+9i-2Ö117)i)/2 en Z=(6+9i-2Ö117)i)/2

Maar dan nog heb ik p en q in 1 vergelijking staan en weet ik niet hoe ik die eruit moet halen...
Men vraagt namelijk eerst om p en q eruit te halen d.m.v. Som en Product, als je die hebt gevonden dan ontbinden in factoren. En als laatste de nulpunten z1 en z2 van Ö(z) berekenen.
en ik vind die uitkomst 2Ö117 ook maar raar. Kan iemand mij hier alstublieft verder mee helpen?? En desnoods al een klein beetje uitwerken want ik geraak er echt niet aan uit. Ik heb het al aan veel mensen gevraagd maar niemand die me verder kan helpen...

Jorn
Student Hoger Onderwijs België - woensdag 18 augustus 2010

Antwoord

Jorn,
Neem f(z)=z3+(6+9i)z+pz+q.Gegeven is dat f(-i)=0.Hieruit volgt dat
q=(p+8)i+6 en f(z)=(z+i)(z2+(6+8i)z+p+8-6i).Nu z1 en z2 berekenen,vervolgens
z1+z2 en z1z2.Invullen in (z1+z2)=-1/3z1z2 geeft p=10+30i.

kn
zaterdag 21 augustus 2010

 Re: Re: 2 onbekenden in derdegraadsfunctie 

©2001-2024 WisFaq