Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 62512 

Re: Re: Bioscoopstoelen

Volgens mij ben ik er uit.
Er zijn drie mogelijkheden:
1. Koen gaat op zijn eigen stoel zitten. Die kans is 1/100. De kans dat Tim op zijn eigen stoel zit is dan 1.
2. Koen gaat op Tim's stoel zitten. Die kans is 1/100. De kans dat Tim op zijn eigen stoel zit is 0.
3. Koen gaat op één van de overige 98 stoelen zitten. Die kans is 98/100. De kans dat Tim op zijn eigen stoel zit is: 98!/99!=1/99

Dus de kans dat Tim op zijn eigen stoel gaat zitten is:
1/100·1+1/100·0+98/100·1/99 = 1/100 + 98/9900 = 197/9900

Judith
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zaterdag 22 mei 2010

Antwoord

Ik had even over het hoofd gezien dat die andere 98 mensen wel op de goede plaats gingen zitten. Dat scheelt natuurlijk...

Dus met 1. en 2. ben ik het helemaal eens... maar bij 3.?

Als Koen verkeerd zit waar gaat dan die ene persoon zitten die eigenlijk op de stoel waar Koen zit zou moeten zitten? Dat zou op de plaats van Koen kunnen zijn maar ook op de plaats van Tim? Of op een andere willekeurige andere plek? Nu ben ik even de draad kwijt...:-)

WvR
zaterdag 22 mei 2010

 Re: Re: Re: Bioscoopstoelen 

©2001-2024 WisFaq