Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Pythagoras

Als er staat bereken:
moet je dan de breuk laten staan of een getal neerzetten.
bijvoorbeeld:
Bereken de zijde AC van driehoek ABC met hoek B = 90 graden, AB = 9 cm en BC = 40 cm.
moet het antwoord dan zijn 34 cm of Ö1156
volgensmij moest je dan Ö1156

Nicole
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - maandag 15 maart 2010

Antwoord

Nicole

AB en BC grenzen beide aan de hoek van 90°. Dan is BC de schuine zijde en die moet groter zijn dan elk van de andere zijden.
Dat wordt dus Ö(92+402) = Ö1681 en dan zou ik daar toch graag als uitkomst 41 willen zien.

Met vriendelijke groet
JaDeX

jadex
maandag 15 maart 2010

©2001-2024 WisFaq