brecht
Student universiteit België - woensdag 2 december 2009
Antwoord
Voor een willekeurige afbeelding (natuurlijk) niet noodzakelijk want het bewijs stoelt op de eigenschap f(xn)=f(x)n van homomorfismen. Voorbeeld: neem G=H=Z/6Z en definieer f door f(2)=3, f(3)=2 en f(i)=i voor i=0,1,4,5.