dag meneer of mevrouw, ik heb nog een vraagje: ik moet de volgende oefening maken: Bereken de lengte van de kromme y= 2/3 Ö ((x-1)^3) met x Î [2,4] de uitkomst zou moeten zijn: 4/3 (4-Ö2 ) ik heb dus gekeken of die x er inzit wat zo is dus ik kan die oefening beginnen maken, ik moet dus de 1ste afgeleide daar van nemen van die functie he? dan kom ik na vereenvoudigen uit op (x-1)2 / (Ö(x-1)3)klopt dit? als dit juist is dan moet ik aan allebei de kanten kwadrateren en +1 schrijven, maar na vereenvoudigen kom ik uit op x en als ik dat in mijn integraal steek kom ik zeker niet aan de oplossing kunt u soms zeggen wat er verkeerd loopt ofzo? of tips waardoor het wel zou moeten gaan alvast erg bedankt groetjes yann
yann
3de graad ASO - maandag 9 februari 2009
Antwoord
Hallo
Je afgeleide is juist maar kan wel wat eenvoudiger geschreven worden : Ö(x-1)