Dat wist ik eigenlijk al en volgens mij gaat het dan zo verder:
Als sin(x) een oplossing is van de vergelijking is -sin(3x) dat ook. Dus dan zijn sin(3x+p) en sin(3x+p) dat ook. En uiteraard ook sin(3(x+p/3)) en sin(3(x-p/3)) maar dan moet je de 3 nog wegwerken en ze nog negatief maken ook. Hoe doe je dat?
Kevin
Beantwoorder - maandag 14 januari 2008
Antwoord
Uit 4x3-3x+k=0 volgt 3x-4x3=k sin(a) is een oplossing: 3sin(a)-4sin3(a)=k sin(3a)=k.
Nemen we nu b.v. x=-sin(a+p/3) dan krijgen we -3sin(a+p/3)+4sin3(a+p/3))= -(3sin(a+p/3)-4sin3(a+p/3)))= -sin(3(a+p/3))= -sin(3a+p)= sin(3a)=k want sin(u+p)=-sin(u)