Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 53440 

Re: Goniometrische breuk

ja, de noemer is geen probleem voor mij om op te lossen,
het gaat mij om hoe ik de teller moet 'omvormen' tot een eenvoudige integraal.....om maar is verder te gaan met de eerste opgave:
sin3x/cos10x = sinx.sin2x /cos10x=
sinx· 1/2(1-cos(2x))/cos10x... hoe moet ik dan de teller combineren met de noemer?

bvd,

Carlos

carlos
Student universiteit - zondag 9 december 2007

Antwoord

Ik bedoel met 1-cos2x wel degelijk 1-cos2x, ik snap niet waarom je overstapt naar de dubbele hoek, dat maakt het zootje niet eenvoudiger.

sin3(x) / cos10(x) dx
= (sin(x)(1-cos2(x)) / cos10(x)) dx
= sin(x)dx/cos10(x) - sin(x)dx/cos8(x)
= -d(cos(x))/cos10(x) + d(cos(x))/cos8(x)

Met t=cos(x)

= -dt/t10 + dt/t8

en die zijn toch wel behoorlijk eenvoudig

cl
zondag 9 december 2007

©2001-2024 WisFaq