Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 52344 

Re: Vector algebra

Maar welke vergelijking moet je dan oplossen om l=5 te krijgen

jeffre
Student hbo - donderdag 4 oktober 2007

Antwoord

Jeffrey,

Ik schrijf de vectoren even verticaal, dat is duidelijker.
Je krijgt dan de vergelijking van de lijn door p1 en p2. p3 moet daaraan voldoen.
Je krijgt dan:

q52370img2.gif

Dit leidt tot drie vergelijkingen die allemaal moeten kloppen wil p3 op die lijn liggen:
3-2l=-7
0+l=5
4-3l=-11

De makkelijkste is de middelste, daaruit zie je direct dan l=5.
De andere twee vergelijkingen kloppen ook met l=5.

Ik hoop dat het zo duidelijk is.
Groeten.

ldr
donderdag 4 oktober 2007

©2001-2024 WisFaq