Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 51665 

Re: Lijnen en vectoren

In het boek geven ze als antwoord -- 3x+2y=6
Hoe komen ze dan uiteindelijk daarop?

Selma
Student hbo - donderdag 26 juli 2007

Antwoord

y = -3/2x +3

y + 3/2x = 3

vermenigvuldig beide leden met 2, en men krijgt 2y +3x = 3

(ik had een rekenfout gemaakt bij het vorige, waarvoor excuses)

groetjes/winny

wk
donderdag 26 juli 2007

©2001-2024 WisFaq