Nu kun je de a, de b en de √(a2+b2) uitzetten in een rechthoekige driehoek, waarbij de √(a2+b2) natuurlijk de schuine zijde is. En bijv. de aanliggende zijde = a. dan geldt dat cos$\phi$=a/√(a2+b2) en sin$\phi$=b/√(a2+b2)
dus asinx+bcosx = √(a2+b2).(cos$\phi$sinx + sin$\phi$cosx) = √(a2+b2).sin(x+$\phi$)