Waarom wil je sec(x) en csc(x) vermijden? Dat zijn gewoon 'nieuwe namen' voor 1/cos(x) en 1/sin(x), en dat mag je (bij goniometrische substituties!) toch wel gebruiken? Zo is de afgeleide van tan(x) gelijk aan 1/cos2(x), dus ook sec2(x) - het is maar een naam...
Als x = 2.tan($\theta$), dan is $\theta$ = arctan(x/2). De oplossing is dus: -1/(4.sin(arctan(x/2))) + C
Dit kan je vereenvoudigen via: sin(arctan(a)) = a/√(a2+1). Je kan dit zelf vinden met behulp van een rechthoekige driehoek of via wat spelen met goniometrische formules.