Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Re: Exponentiële vergelijkingen de rekenregels bewijzen

Ik begrijp niet echt wat je bedoelt. Hoe heb ik het dan bewezen? Dat staat toch al in de regel?
Ivm a en b, je bedoelt dat het elementen zijn van R+/(0)

Bram
3de graad ASO - maandag 22 mei 2006

Antwoord

Dag Bram

Neem eerst de eerste vergelijking.
af(x) = ag(x)
Als beide leden van deze vergelijking positief zijn, dan blijft de gelijkheid geldig als ik van beide leden de logaritme neem:
log(af(x)) = log(ag(x))
Gebruik de rekenregel van logaritmes: log(xk) = k·log(x) mits x0:
f(x)·log(a)= g(x)·log(a)
Nu wil je graag beide leden van de vergelijking delen door log(a).
Mag dat zomaar? Welke beperking geldt er dus nog meer voor a?
Is het zo wat duidelijker?
succes,

Anneke
maandag 22 mei 2006

 Re: Re: Exponentiële vergelijkingen de rekenregels bewijzen 

©2001-2024 WisFaq