Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Gelijkheden bewijzen

[ ( sina - cos a ): ( sin a + cos a ) ] + [ (sin a + cos a ) : sin a - cos a) ] = 2 : (1-2cos2a )

Ik heb al zitten proberen om in 't linkerlid de breuken op gelijke noemer te krijgen, maar ik loop gewoon altijd vast.

romina
Overige TSO-BSO - zondag 22 januari 2006

Antwoord

Beste Romina,

Om de twee breuken op gelijke noemer te zetten neem je gewoon het product van beide noemers als gemeenschappelijk noemer, je moet dan gewoon kruiselings vermenigvuldigen voor de teller. Je krijgt dan:

q43162img1.gif

Nu kan je in de teller de kwadraten uitwerken, de gemengde termen zullen tegen elkaar wegvallen en denk er aan dat cos2a + sin2a = 1, altijd.

In de noemer herken je (a+b)(a-b), dat is gelijk aan aČ-bČ. Dan kan je dan van diezelfde (vetgedrukte) gelijkheid gebruik maken om naar de gevraagde noemer over te gaan, het is nu niet zo moeilijk meer.

mvg,
Tom

td
zondag 22 januari 2006

©2001-2024 WisFaq