Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

In een wortel of deling...

f(x)=1/(x·Ö(x))
g(x)=1/(3x+Ö(x))

en...

f(x)=(x4-5x2+4) x2
nu moet ik in de twee positieve punten van de x-as een vergelijking geven van de raaklijn (a)
en exact de coördinaten van de punten van de grafiek waarin de raaklijn evenwijdig is aan de x-as (b)
Is dat niet bij toppen?

Bas
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 9 januari 2006

Antwoord

Ik neem aan dat je twee eerste functies wilt differentiëren? Wel aan: bij de eerste moet je eerst xÖx schrijven als een macht van x... en dan de hele vorm schrijven als een macht van x, met een negatieve macht dus.

Zie 2. Exponentenregel

Bij de tweede functie gebruik je de 5. Quotiëntregel. Dus dat is wel lekker prutsen dus...

De twee positieve punten? Dus y=0. Los op: f(x)=0. Dat levert 5 oplossingen waarvan er inderdaad 2 positief zijn... dus x=... en x=.... Om de raaklijn in punten van de grafiek te bepalen gebruik je natuurlijk de afgeleide en de coördinaten van het punt waar de raaklijn door gaat.

Zie 2. Het vinden van een vergelijking van een raaklijn.

WvR
maandag 9 januari 2006

©2001-2024 WisFaq