Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Partiële integratie

Ik dacht om volgende integraal zo op te lossen:

ò (x · ln (x-3))

hierbij u' = x dus u= x2/2
v = ln (x-3) dus v'= 1/(x-3)

dan wordt de integraal:

ln (x-3) · x2/2 - ò( 1/(x-3) · x2/2)

= ln (x-3) · x2/2 + 1/6ò (1/x · x2)

= ln (x-3) · x2/2 + 1/6 (lnx · x3/3)

= ln (x-3) · x2/2 + 1/6 lnx·x3/3

Maar dit blijkt niet te kloppen...

Waar zit dan de fout??

Mercikes voor de hulp!!

Elke
3de graad ASO - zondag 4 december 2005

Antwoord

Beste Elke,

Je fout zit (na "dan wordt de integraal:") in de overgang tussen regel 1 en 2. We hebben:

-ò1/(x-3) · x2/2 dx
-òx2/(2(x-3)) dx
-1/2 òx2/(x-3) dx

Verder vereenvoudigen gaat daar niet, het is (x-3) dat volledig in de noemer staat; je kan niet zomaar die factor 1/6 buitenbrengen!

We hebben nu x2/(x-3), de graad van de teller is hoger dan die van de noemer dus kan je de deling nog uitvoeren (staartdeling van veeltermen maken). Dit geeft je een quotiënt en een rest die rechtstreeks te integreren zijn.

mvg,
Tom

td
zondag 4 december 2005

©2001-2024 WisFaq