De oplossingsmethodes van lineaire differentiaalvgln zijn uitvoerig besproken. In de cursus analyse kwam ik echter volgend probleem tegen : dy/dt = sin(y(t))/(10000*Pi) De vraag was niet deze op te lossen, maar te verklaren - inzicht te verschaffen. Ik heb echter geen idee hoe ik hieraan zou beginnen. Alle hulp is gewaardeerd. Dank bij voorbaat Thomas
Thomas
Student universiteit België - maandag 19 september 2005
Antwoord
Een mogelijke interpretatie van de vraag is: beschrijf het gedrag van de oploskrommen.
In dat geval:
de horizontale lijnen y=k*pi zijn allemaal grafieken van oplossingen: vul maar in. Links komt de afgeleide van een constante, dat is nul en rechts komt sin(k*pi) en dat is ook nul. Elke andere oplossing blijft tussen twee van die lijnen:
een oplossing met y(0) tussen 0 en pi is stijgend, omdat sin(y)0 voor y tussen 0 en pi, en de lijn y=pi is een horizontale asymptoot voor t naar oneindig (voor t naar -oneindig is y=0 een asymptoot).
als y(0) tussen pi en 2pi ligt krijg je een dalende oplossing (want sin(y)0 op het interval tussen pi en 2pi) met y=pi als `voorwaartse' asymptoot en y=2pi als `achterwaartse' asymptoot.
Dit patroon herhaalt zich als je naar boven of naar beneden gaat in het ty-vlak.
Wat je hieraan nog ziet is dat y(t)=k*pi (k oneven) een stabiele oplossing van de DV is en y(t)=k*pi (k even) een instabiele oplossing.