Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Abc-formule

-3.4x2+6.6x=0.8
-3.4x2+6.6x-0.8=0
a=-3.4
b=6.6
c=-0.8
6.6-4·-3.4·-0.8=....?
-6.6+Ö....?
-6.6-Ö....?
-6.6+....gedeeld door
2·-3.4=?
of
-6.6-.... gedeeld door
2·-3.4=?

ik weet niet of ik de berekeening goed heb, en ik liep vast bij 6.6-4·-3.4·-0.8=....?, ik heb het een paar keer gedaan, uit het hoofd en met de rekenenmachine, en uitelkaar gehaald. maar iedere keer kwam er iets anders uit.

ik hoop dat ik de rest wel goed heb.

anno
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 4 juli 2005

Antwoord

Je kunt je zelf een hoop ellende besparen door voordat je de ABC-formule van stal haalt de vergelijking enigszins te fatsoeneren. Dat kan dan met de volgende stappen:

-3,4x2+6,6x-0,8=0
34x2-66x+8=0
17x2-33x+4=0
a=17, b=-33 en c=4

D=(-33)2-4·17·4=817

x=(33±Ö817)/34

..zo dat je precies het antwoord van Kwadratische vergelijkingen krijgt...

WvR
maandag 4 juli 2005

©2001-2024 WisFaq