Ik heb morgen een herkansing en 'hypothese toetsen' maakt deel uit van de stof. Bij de vorige toets snapte ik het goed, maar nu lijk ik het kwijt te zijn...
De som: Een fabrikant van touwen wil een gemiddelde trekkracht van 4500 en doet een steekproef bij 7 touwen en constateert een gemiddelde van 4541. De standdaarddeviatie is 36, en bij zeven touwen dus volgens mij: 36/wortel7=13.61
Volgens mij stelt de fabrikant nu de volgende hypothesen: H0= mu 4500 H1= mu groter dan 4500
In normale verdeling zou dit er dan als volgt uitzien:
normalcdf(-oneindig, 4541, 4500, 13,61)
volgens het antwoordenboek moet het echter zijn: normalcdf(-oneindig, 4500, 4541 , 13,61 )
maar de nulhypothese is toch juist dat het gemiddelde 4500 is? dan moet je toch 4500 als mu nemen? Welke kans breken ik nu eigenlijk precies is als er staat: normalcdf(linkergrens,rechtergrens,mu,sigma) ?
Ik begrijp er opeens helemaal niets meer van... help!
alvast bedankt, Rolien
rolien
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 26 april 2005
Antwoord
Volgens mij moet je ook mu=4500 nemen. Alleen moet je dan bij H1: mu>4500, normalcdf(4541,oneindig,4500,13.61) berekenen en die vergelijken met alpha. Succes met je toets! Komt vast wel goed.