Je hebt een situatie van 8 vertellers, 12 onwetenden, 5 zwijgers: (8,12,5). De volgende ontmoetingen zijn mogelijk: Verteller ontmoet verteller: V-V, verteller ontmoet onwetende: V-O en verteller ontmoet zwijger: V-Z. En de vraag is hoeveel verschillende ontmoetingen V-V zijn er mogelijk? Deze vraag geldt ook voor V-O en V-Z. Please help me....
Laura
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 30 maart 2005
Antwoord
Totaal mogelijk (25 boven 2) ontmoetingen = 300 stuks. O met O ontmoeting geeft: (12 boven 2) = 12x11/2 mogelijkheden = 66 O met Z ontmoeting geeft: 12x5=60 mogelijkheden. Zo werkt dat dus. Dan heb je nog Z-Z en de drie mogelijkheden die jij aangeeft. Uiteraard moet daar totaal straks 300 uitkomen. Kijk maar eens of je die puzzel zelf in elkaar krijgt.