In een rechthoekig assenstelsel XOY is gegeven driehoek ABC met A(-a,0),B(a,0) en C(X0,Y0) willekeurig, echter niet op één lijn(collineair) met zijde AB.
Bepaal nu (als Euler's lijn evenwijdig met een zijde loopt) de vergelijking van Euler’s lijn (de richtingscoëfficiënt is voldoende) en beantwoord de onderzoeksvraag voor deze DABC.
Het antwoord: Euler's lijn loopt evenwijdig met zijde BC. De hoogtelijn van hoek A wordt door de het hoogtepunt gesneden in stukken van 2:1. De richtingscoeffiecient is -tan(hoek B).
Maar waarom is dat zo?
Of is er ook een andere manier?
Er is haast bij, sry, iig heel erg bedankt!
Groetjes, Dien
Dien B
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 8 maart 2005
In deze figuur is de lijn m evenwijdig met BC. De lijn m is niet noodzakelijk de Euler-lijn, maar als het alleen over rico's gaat ... Wat weet je nu van de hoeken die gemarkeerd zijn? Wat versta je onder de rico van de lijn m? De tangens van welke hoek is dat? En welke verband is er tussen die tangens en de tangens van hoek B?