hallo, ik heb de volgende vraag: Gegeven is een steekproef van 500 stemgerechtigden dat er 80 personen op een politieke partij gaan stemmen. Het tseekproef resultaat daarbij is 80\500*100%= 16% en het 90%-betrouwbaarheidsinterval O,14-0,18 Je moet aantonen dat deze bewering juist is.
n=500 p=0,16 q=? en alfa is volgens mij dan 0,1. Ik heb dus een aantal gegevens maar volgens mij niet voldoende om de percentages 0,14 en 0,18 uit te rekenen. Ik begrijp ook niet zo goed wat ze met de percentages 0,14 en 0,18 bedoelen. En moet je het wel binomiaal berekenen of zou ik het om moeten zetten naar normale verdeling. Ik heb dus eigenlijk geen idee hoe ik deze vraag moet aanpakken. Ik hoop dat jullie me een beetje op weg kunnen helpen
Alvast bedankt, siemke
siemke
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 3 maart 2005
Antwoord
Met normale benadering kan het zo:
De marge in deze schatting is z·Ö(p·q/n) (met q=1-p) Bij 90% leidt dat tot 1,645·Ö(0,16·0,84/500) = 0,027 De grenzen van het betrouwbaarheidinterval worden dan 0,16±0,027........ klopt dus niet helemaal.