Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 29079 

Re: Vraagstukken

IK kan bovenstaande niet in een goede vergelijking zetten.
80=x+(3/5)...............

help vergelijkingen is mijn zwakste punt.
sorry

dd
2de graad ASO - maandag 25 oktober 2004

Antwoord

Het aantal 50-centstukken bedraagt x +(3/5)x = (8/5)x.
Nu weten dat x + (3/5)x + (8/5)x = 80 ofwel (16/5)x = 80 ofwel x = 80/(16/5) = 25.
Resultaat: 25 twee-eurostukken, 15 één-eurostukken en 40 50-centstukken.

MBL
dinsdag 26 oktober 2004

©2001-2024 WisFaq