Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Oplossen van een vierdegraads vergelijking

Los op:
3z4+5z2+2=0

Ik deed:

stel z2=t

3t2+5t+2=0
D=1
t=-2/3 en t=-1
Dus z2=-2/3 en z2=-1

Moet ik dan het volgende schrijven?

z2= iÖ(2/3) en z2= i

En dan via de methode
(x+yi)2= iÖ(2/3) de wortels berekenen?
Wanneer moet je dat wel en wanneer niet doen?

Kunnen jullie me verder helpen?

Groetjes

An
3de graad ASO - zaterdag 25 september 2004

Antwoord

Na

Dus z2=-2/3 en z2=-1

krijg je:

z=±Ö(-2/3) of z=±Ö(-1)

z=-iÖ(2/3) of z=iÖ(2/3) of z=-i of z=i

Zoiets kan je zelf makkelijk controleren via onderstaand scriptje:

WvR
zaterdag 25 september 2004

©2001-2024 WisFaq