Toon aan met bijvoorbeeld de asymptotische vgl test dat
de integraale tussen 0(ondergrens) en 1( bovengrens) van (ln(1 + sqrt(x))) / ( (1+x^2)^(1/3) - 1 ) dat deze integrale convergent of divergent is EN als hij convergent zou zijn ( mar 'k weet niet hoe je dat doet ... )zou je de waarde moeten bepalen ...
"k snap de werkwijze niet erg goed kan iemand me soms op weg helpen ?
Alvast erg bedankt
Ben
ben
Student universiteit België - vrijdag 20 augustus 2004
Antwoord
Aan de bovengrens is de integraal niet oneigenlijk, want de limiet van de integrand voor x naderend naar 1 is eindig, en eenvoudig te bepalen door substitutie van x=1. Aan de ondergrens kan men zowel de teller als de noemer schatten met een Taylorveelterm (in Öx resp x2). Voor de teller levert dit: ln(1+Öx) is ongeveer Öx als x nadert naar 0. Voor de noemer: (1+x2)1/3-1 is ongeveer 2x2/3 als x nadert naar 0. Dus de integrand is aan de ondergrens ongeveer Öx/(2x2/3) = 3x-3/2/2. Het quotiënt van deze ijkfunctie en de integrand nadert naar 1 als x nadert naar 0. Volgens de asymptotische vergelijkingsstelling zijn de integrand en de ijkfunctie nu allebei wel of allebei niet integreerbaar op (0,1). Aangezien de ijkfunctie exponent -3/2 heeft, en -3/2 niet groter dan -1 is, is de integraal op een interval (0,d) met d0 niet convergent.