Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Berekeningen in een rechthoek

Van rechthoek ABCD is de diagonaal AC=4,3 en BAC=25° bereken de zijden van de rechthoek in 2 decimalen nauwkeurig.
Het antwoord moet zijn: AB=3,90
BC=1,82

Van een rechthoek PQRS is PQ=4, QR=3. De diagonalen snijden elkaar in het punt T. Bereken de hoeken bij T

NN
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - donderdag 11 april 2002

Antwoord

Wat vraag 1 betreft:

kijk eens naar de sinus en de cosinus van die hoek van 25°. Dan ben je er zo uit! Want bijv. sin25°=BC/4,3

En voor vraag 2:

via de aloude Pythagoras weet je ook de lengte van de diagonaal AC.
ÐRPQ weet je , want je kent zijn tangens.
ÐSQP is hier gelijk aan, en dan kun je meteen de hoeken rond T geven.

MBL
donderdag 11 april 2002

©2001-2024 WisFaq