Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 22543 

Re: Het 3 tegen 1 probleem

aha, nu snap ik het! ik was ergens vast gelopen; mijn manier was dan ook een stuk omslachtiger...

ik heb nu alleen nog één vraagje:

als spelerB in plaats van 1, nu 2 dobbelstenen heeft, moet dat op dezelfde manier uitgerekend worden, of anders?

enorm bedankt

groetjes britt

britt
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zaterdag 10 april 2004

Antwoord

Ja hoor als speler B twee dobbelstenen heeft zijn de kansen bij elke score van B niet meer telkens 1/6,1/6,1/6...... (in de tabel) maar 1/36, 3/36, 5/36 enzovoort. Dat kun je uit het kleurenvierkant halen.
(hoogste waarde 2) krijgt dan kans 7/216· 1/36
(hoogste waarde 3) krijgt dan kans 19/216·4/36 (let op)
(hoogste waarde 4) krijgt dan kans 37/216·9/36 (let op)
ik hoop dat je nu het verhaal zelf verder af kan maken... laat maar eens horen of dat gelukt is.

Met vriendelijke groet

JaDeX

jadex
zaterdag 10 april 2004

©2001-2024 WisFaq