Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 2036 

Re: Fibonacci en spiraal

ik wil dit ook graag weten, maar heeft u niet een kortere uitleg in het nederlands?

Jopke
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - dinsdag 27 januari 2004

Antwoord

I leest volgens het tempo 100, 150, 200, 250 enz.
Dat komt neer op een rekenkundige rij met algemene term 100 + 50t.
Na t weken heeft I dan 100 + 50(t-1) = 50t + 50 bladen gelezen. Vul voor t maar een waarde 1 in.

II leest volgens het schema 0, 10, 20, 30 enz.
Dat is een rekenkundige rij met aanvangsterm 0 en verschil 10.
Het komt er nu op neer te bepalen hoeveel bladzijden na t weken gelezen zijn.
Na t weken zijn er 0 + 10 + 20 + ....10(t-1) bladzijden gelezen.
De somformule geeft hiervoor 1/2.t.(0 + 10t - 10) = 5t2 - 5t
(vul voor t maar weer eens 1, 2, 3 enz. in)
Nu moet 50t + 50 = 5t2 - 5t worden opgelost en dat zal wel lukken, denk ik. Ik vond t = 11,8

Advies: schrijf voor beide studenten eens onder elkaar op hoeveel ze al gelezen hebben. Dan zie je waarschijnlijk wel hoe het in elkaar zit.

Zie De gulden rechthoek

WvR
dinsdag 27 januari 2004

©2001-2024 WisFaq