Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Vergelijken

5A+9=3A+6

rudy k
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 7 september 2003

Antwoord

Hoewel je geen vraag stelt (!), toch maar een reactie.

Trek aan beide kanten 3A eraf. Je krijgt 2A + 9 = 6
Trek aan beide kanten 9 eraf. Je krijgt 2A = -3
Deel ten slotte aan beide kanten door 2. Je krijgt A = -1,5.
Controle: 5.(-1,5) + 9 = 1,5 en 3.(-1,5) + 6 = 1,5.
Klopt dus!

MBL
zondag 7 september 2003

©2001-2024 WisFaq