Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 11784 

Re: Vectoren

ik snap het redelijk, maar zou u alstublieft de andere berekeningen ook nog even geven. Ik heb namelijk weinig tijd meer voor de toets.

Pieter
Student universiteit - woensdag 28 mei 2003

Antwoord

De vragen a en b heb ik volgens mij beantwoord. Zo niet, meld je dan maar even opnieuw.
Blijft dus over vraag c.
Uit x = 3l - 1 haal je l = (x + 1)/3
Idem haal je uit y = -4l + 3 dat l = (3 - y)/4
Als je nu het hele verhaal nog eens overziet, dan kun je zien dat we nu drie uitdrukkingen voor l hebben, namelijk de twee zojuist gemaakte en ook nog l = z (daarmee waren we begonnen).
De conclusie is dan dat (x + 1)/3 = (3 - y)/4 = z

MBL
woensdag 28 mei 2003

©2001-2024 WisFaq