De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Telproblemen

Ik loop vast bij volgend vraagstuk:

Bij een onderzoek naar het gebruik van betaalkaarten MasterCard, Bancontact en Visa blijkt het volgende:
  • 86% heeft minstens 1 betaalkaart
  • 14% heeft 3 betaalkaarten
  • 38% heeft Visa
  • 53% heeft MasterCard
  • 80% heeft Bancontact
  • 85% heeft minstens MasterCard of Bancontact
  • 84% heeft minstens Bancontact of Visa.
Deze gegevens voorstellen in een diagram. Kunnen jullie me op weg helpen? Ik dacht 15% enkel visa en 16% enkel mastercard. 14% de 3 kaarten. Alvast bedankt voor jullie hulp

Wendy
2de graad ASO - woensdag 4 maart 2020

Antwoord

Je kun een plaatje maken als op de wikipedia-pagina hieronder, met $A$ voor Visa, $B$ voor masterCard en $C$ voor Bancontact.

Als je doet of er honderd mensen zijn zie je dat $A$ 38 elementen heeft, $B$ heeft er 53, en $C$ heeft er 80.

Verder heeft $A\cap B\cap C$ veertien elementen, heeft $B\cup C$ er 85 en $A\cup C$ heeft er 84. Ook geldt dat $A\cup B\cup C$ 86 elementen heeft.

Nu kun je stukjes gaat invullen: $A\setminus (B\cup C)$ heeft $86-85$ elementen (eentje dus) en $B\setminus(A\cup C)$ heeft er twee ($86-84$), enzovoort

Zie Wikipedia: Inclusie-Exclusie

kphart
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 4 maart 2020



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3