De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Statistiek en kansrekenen

In een lab wordt een onderzoek verricht naar het chloor gehalte in zwembaden. Hiervoor wordt 8 maal een meting gedaan met een standaard deviatie van 1,5 mg. de metingen zijn 46,4;50,1;48,3;49,2;50,4;48,0;47,2 en 52,4. Nu is de vraag of het gemiddelde gehalte in de steekproef genoeg aanleiding geeft om het water af te keuren. (alfa is 0,05). Maximaal chloorgehalte is 50 mg.

Het gemiddelde is 49 en daarom had ik de rechtergrens van 49 berekend. dit kwam uit op 49,9 (49+1,645·1,5/$\sqrt{8}$). Echter zegt het antwoord dat ik uit moet komen op meer dan 50,88. Als ik 50 als mu neem komt er 50,87 uit. Ik weet dus niet wat ik fout doe wanneer ik 49 als mu neem en wat wel de juiste manier is.

Nick
Student hbo - maandag 30 mei 2016

Antwoord

Nulhypothese: verwachting $\le$ 50
Alternatief: verwachting $>$ 50

Afkeurgrens ligt dan bij een gemiddelde rechts van 50 dus 50 + 1,645·1,5/V8 = 50.87
Dat betekent dat een steekproefgemiddelde rechts van 50,87 wijst op een significant te hoog chloorgehalte

Maar omdat het steekproefgemiddelde 49,9 links daarvan ligt is er niets aan de hand.

Met vriendelijke groet
JaDeX

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 4 juni 2016



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3