De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Normale verdeling

 Dit is een reactie op vraag 70982 
van de leraar moeten we altijd een plaatje (normaalkromme) maken zodat we het dan beter af kunnen lezen, maar dat kon ik ook al niet.

in het antwoordenboek stond als uitwerking en antwoord:

Afwijking van meer dan 0,7 mm van het gemiddelde == P(X ≤ 17,3 ∨ X ≥ 18,3 ) =
2 x normalcdf (-10ˆ99 , 17.3 , 18 , 0.4) ≈ 0,080

het enige wat ik hiervan snap is de getallen 18 = gemiddelde, o,4 = sigma, 0,080 = antwoord.

ik snap niet waarom ze de 2 voor normalcdf zetten en waarom ze bij de linkergrens die getal hebben gezet.

yalda
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 28 september 2013

Antwoord

Beste Yalda,

Het antwoordenboek is ook niet bedoeld om uitleg te geven over de stof, maar om je eigen uitwerkingen te controleren wanneer je deze eerst zelf gemaakt hebt. Dus antwoordenboek dicht, leerboek erbij en zelf de opgave aanpakken. We gaan bekijken hoever je komt.

De normaal verdeelde variabele is de diameter van moeren. Dat betekent: bij sommige moeren is de diameter wat groter dan gemiddeld, bij andere wat kleiner. Kan je je hierbij iets voorstellen?

Dan de algemene aanpak. We zoeken naar de vier 'dingen' die ik in mijn vorige antwoord noemde. Er wordt een kans gevraagd, dit is de oppervlakte onder een deel van de normaalkromme. Dus moeten we de andere drie 'dingen' vinden:
  1. De gemiddelde waarde van de diameter: deze is gegeven, 18 mm.
  2. De standaardafwijking van de diameter: ook gegeven, 0,4 mm. Dat gaat vlot.
  3. De grenswaarden van de diameter die het gevraagde gebied afbakenen. Oeps: dit gegeven zit verstopt...
Over welke grenzen gaat het? Wel: er zijn moeren die wel bruikbaar zijn en er zijn moeren die onbruikbaar zijn. Er moeten twee grenswaarden van de diameter zijn die bepalen of een moer bruikbaar is of niet.

Aan jou nu de vraag: welke grenswaarden zijn dit? Het antwoord moet zoiets worden als:
Moeren met een diameter tussen (...) mm en (...) mm zijn wel bruikbaar, de andere moeren zijn niet bruikbaar.

Ik hoor graag van je welke getallen op de stippeltjes moeten komen, dan gaan we verder. Of laat weer weten waar je het verhaal niet meer snapt, OK?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 28 september 2013



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3