WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Beweringen over veeltermen

Beste , ik snap niet hoe ze bewering b en c oplossen. kan iemand dit in veel gemakkelijkere stappen uitleggen aub.

G
15-5-2024

Antwoord

In B: vul $x=1$ in: $6ac+4bc+9ad+6bd$ probeer dat te ontbinden als $(2c+3d)(\ldots)$. En idem als je $x=-1$ invult: $-6ac+4bc-9ad+6bd$.

In C: als er twee tegengestelde nulpunten zijn moet er een $x$ zijn zó dat zowel $x$ als $-x$ nulpunten zijn, dus zowel $6acx^3+4bcx^2+9adx+6bd=0$ als $-6acx^3+4bcx^2-9adx+6bd=0$. Trek die twee vergelijkingen van elkaar af, er komt $12acx^3+18adx=0$. Probeer die vergelijking op te lossen om te zien of er inderdaad zo'n $x$ te vinden is.

kphart
15-5-2024


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#98210 - Functies en grafieken - Student universiteit België