Een senior auditor is in staat om de materiële vaste activa van een middelgrote entiteit in gemiddeld 3 uur te controleren met een variantie van 0,03. Wanneer willekeurig drie middelgrote entiteiten worden geselecteerd en de senior medewerker wordt gevraagd om de materiële vaste activa te controleren. Hoe groot is de kans dat de gemiddelde benodigde tijd voor de audit van de materiële vaste activa minimaal 3,16 uur is?Hassan
16-11-2022
G is de gemiddelde tijd voor drie onafhankelijke controles met telkens verwachting $\mu $ =3 uur en var=0,03 uur. De som/gemiddelde wet zegt dan:
Gemiddelde G heeft nu verwachting nog steeds 3 uur en variantie is 0,03/n = 0,01 ofwel $\sigma $ G = $\sqrt{}$ 0,01 = 0,10. Dat is tevens de $\sigma $ / $\sqrt{}$ n in de eerste formule van je formule overzicht. Die heb je hier nodig. En inderdaad nemen we aan dat hier de werkelijke variantie bekend is.
Dat levert op P(G$ \ge $ 3,16) = P(Z$ \ge $ (3,16-3)/0,10) = P(Z$ \ge $ 1,6)
Zou dat verder lukken?
Met vriendelijke groet
JaDeX
jadex
16-11-2022
#97398 - Statistiek - Student hbo